Belastingen zijn van alle tijden. In de achttiende eeuw werd onder meer belasting betaald over de gebruikte schoorste(e)n(en), het aantal bewoners van een huis, de aantallen runderen en paarden die op stal stonden én over de hectares bouwland die in gebruik waren. Elk jaar moest het hoofd van de huishouding in de dorpskerk komen waar de belastingambtenaar alle gegevens noteerde zodat hij daarna kon berekenen hoe hoog de belastingaanslag werd. De boeken waarin deze gegevens genoteerd staan worden de speciekohieren genoemd en zijn, omdat ze in tweevoud werden opgemaakt, zowel in de gemeentelijke als provinciale archieven terug te vinden. Het zijn interessante bronnen voor historici en genealogen. Ik heb, met deze bronnen, ooit onderzocht welk effect de veepest van 1769 had op de boerenbedrijven en hoe lang het herstel duurde.Voor genealogen zijn de kohieren van belang omdat steeds het woonadres en elke verhuizing wordt gemeld; er  opmerkingen in de kantlijn staan betreffende overlijden, het uittrouwen van kinderen en het wel of niet (meer) hebben van personeel. Bovendien wordt er onderscheid gemaakt tussen rijken en armen omdat mensen die meer dan zeshonderd Caroligulden bezaten een hogere aanslag kregen.Toch moet er wel kritisch naar deze bronnen gekeken worden. Niet iedereen zal altijd eerlijk aan de belasting hebben opgegeven wat hij bezat.

Ik heb alle speciekohieren voor de dorpen Akkerwoude, Murmerwoude en Dantumawoude tussen de jaren 1750 en 1800  doorgeploeterd en de namen met hun gegevens in een database ondergebracht. Met behulp hiervan heb ik een Index gemaakt waarin terug te vinden is wie en wanneer op een bepaald adres woonde. Deze index kan handig zijn voor genealogen die de adresnummers in de speciekohieren kunnen raadplegen. De index kunt u  hier downloaden.