De eerste burgemeester van de gemeente Dantumadeel was Douwe Jan Vincent baron Van Sytzama (1816-1886). Achteraf bezien begreep hij niets van de tijdgeest. Begonnen in 1846 als grietman bleef hij tot 1876 de burgervader van Dantumadeel. Hij kan het best getypeerd worden als een contra-revolutionair die in elk geval niets had met de “vrijheid, gelijkheid en broederschap” die gepreekt werd door de Franse Revolutie. Hij verlangde terug naar de tijd waarin de adel nog op een voetstuk stond en hij liet dit blijken ook. Rinsma-State in Driesum zag hij als zijn kasteel en residentie. Hij werd “hooggeacht” door met name de armen die hij paaide door hen regelmatig geld toe te stoppen. Hierdoor kwam hij in aanvaring met Hjerre Gerrits van der Veen, hoofdonderwijzer te Driesum, die vond dat het gewone volk op deze manier min of meer horig werd gemaakt. Als de baron dan toch geld beschikbaar stelde dan kon dat beter in structurele werkverschaffing worden gestoken!

Hjerre Gjerrits van der Veen: opponent van de baron


De Baron moet genoten hebben van zijn positie. Hij is getrouwd met Adriana Janke Albarda (1822-1891) en krijgt met haar acht kinderen. Op 11 juli 1872 trouwt hun dochter Adriana Johanna Wilhelmina van Sytzama met Reinhard baron van Harinxma thoe Slooten. De dag gaat niet ongemerkt aan de inwoners van Dantumadeel voorbij. In de vroege ochtend wordt op de kerktorens de nationale driekleur uitgestoken en vele particulieren volgen dit voorbeeld. Daarnaast zijn talloze erebogen geplaatst op de route van Rinsma-State in Driesum naar het gemeentehuis in Rinsumageest. Vanaf negen uur trekken “jongelingen” uit de verschillende dorpen naar Driesum om het bruidspaar in Driesum op te halen en hen op hun tocht naar Rinsumageest te begeleiden. Volgens een bericht in de Leeuwarder Courant was de aanblik “groots, indrukwekkend en prachtig”. In totaal 148 fraai uitgedoste “jongelingen” reden mee in de optocht. Langs de route lagen in elk geval vier lagere scholen. De stoet hield halt bij elke school waar overal de leerlingen, netjes gekleed en met vlaggetjes en oranje versierd, klaar stonden om “waarlijke schoone liederen” ten gehore te brengen ter ere van het bruidspaar. Bovendien hielden de hoofdonderwijzers warme toespraken, bestemd voor het bruidspaar en hun familie.
Op de terugweg was de stoet nog indrukwekkender omdat wederzijdse familieleden van het bruidspaar zich met hun prachtige voertuigen bij de stoet aansloten én omdat de muzikanten uit Leeuwarden zich in het eerste gedeelte van de optocht hadden opgesteld en schitterende muziek ten gehore brachten.
De “jongedochters” die zich hadden beijverd het bruidspaar dure geschenken aan te kunnen bieden mochten de kerkdienst in Driesum bijwonen waar dominee Viëtor de kerkelijke inzegening verzorgde. Daarna trok de hele stoet op naar Rinsma-State waar het bruidspaar, met de eigen gasten, het feest in intiemere kring voortzette. De rest van de optocht ging terug naar de verschillende dorpen waar de hele dag feest werd gevierd. “Onze hooggeachte burgemeester” tracteerde de dorpsgenoten op versnapperingen. In de avond werd het bos bij Rinsma-State opengesteld. De bezoekers konden luisteren naar muziekuitvoeringen en, aan het einde van de avond, getuige zijn van een ongeëvanaard vuurwerk.
Het artikel in de Leeuwarder Courant eindigt met het zinnetje “Ere wie ere toekomt”. Waar komt toch die nederigheid voor hooggeplaatsten vandaan? Vanuit mijn comfortabele huis voel ik meer verwant met Hjerre Gerrit van der Veen dan met de baron.

Jongelieden uit de hele gemeente hebben het bruidspaar begeleid. De foto is genomen tijdens een feest in Dantumadeel; gelegenheid, jaartal en personen onbekend.