Het gaat niet echt goed met de kledingwinkels. Bekende ketens als Didi en Coolcat verdwenen kortgeleden uit het straatbeeld. Enkele jaren eerder overkwam V&D hetzelfde en in 2000 zijn de modewinkels van Kreymborg opgedoekt. Peek & Cloppenburg bestaat nog steeds maar heeft het aantal winkels van 60 naar 3 teruggebracht.

Dit stukje gaat over de (mogelijke) band tussen Peek (en Cloppenburg) en het huidige Damwoude. In 1869 zijn Johann Theodor Peek en Heinrich Anton Adolph Cloppenburg met het kledingconcern gestart. Johann Theodor Peek is in 1845 geboren in Grönheim, een dorp in de gemeente Molbergen dat deel uitmaakt van de Landeskreis Cloppenburg.

De molen van Akkerwoude gezien van het punt waar de Mounewei en de Foarwei bij elkaar komen.

In de 18de en 19de eeuw was er veelvuldig contact tussen de Dokkumer Wouden en Nedersaksen. De taal zal niet het grootste probleem zijn geweest want zelfs predikanten verhuisden vanuit het Duitse naar het Friese land. Ook vele Duitse linnenwevers vonden in Noordoost Friesland een bestaan. In tegenstelling tot de predikanten waren deze wevers meestal katholiek.

De Mounewei in Damwâld herinnert nog aan de rog- en pelmolen die vroeger stond op de plek waar nu het tuincentrum van Kees en Brigitta Appel te vinden is. Begin 19de eeuw is Aldericus Jongerman (1782) hier molenaar. Hij is getrouwd met Margaretha Maria Magdalena Scholtens (1790-1870) die in Stiens is opgegroeid. Het is onduidelijk waar Aldericus zijn jeugd doorbracht. In de overlijdensakte, die op 16 januari 1822 werd opgesteld, staat als geboorteplaats “Graskop” maar dat zal niet de hele waarheid zijn. Ik denk dat hij uit een graafschap in Duitsland komt en dat de ambtenaar de plaatsnaam niet goed heeft verstaan.

Zijn weduwe Margaretha blijft, na de dood van Aldericus, met drie jonge kinderen, in haar huis. De molen blijft doordraaien en zij gaat op zoek naar een nieuwe man die ook met de molen kan omgaan. Op 20 juli 1823 viert ze haar succes want dan trouwt ze, in Dantumadeel, met Joännes Hendericus Peeck die in mei 1822 vanuit Padenborg naar Akkerwoude is getrokken. Hij is in 1792 geboren in het dorp Dwergte en kort daarna gedoopt in de katholieke kerk van het nabijgelegen Molbergen. Het dorp Grönheim,waar in 1845 één van de oprichters van Peek & Cloppenburg ter wereld kwam, ligt maar enkele kilometers van zowel Dwergte als Molbergen.

Doopbewijs uit Molbergen

De ouders van Joännes Peeck zijn Hermann Godefridus Peeck en Maria Gertrude Neenaber. Ondanks enkele naspeuringen kan ik nog niet bewijzen dat er een familierelatie bestaat tussen de molenaar van Akkerwoude en de oprichter van Peek & Cloppenburg maar ik acht die kans zeer groot.

Op 12 december 1869 overlijdt Margaretha Scholtens. Joännes Peeck is dan nog in leven en het is niet direct te achterhalen wanneer hij overlijdt. In elk geval wachten de kinderen uit het eerste huwelijk van Margaretha niet met de verkoop van de nalatenschap van hun moeder.

Op 23 april 1870 worden, in de herberg van Freerk Bosgraaf te Dantumawoude, de nagelaten vastigheden verkocht. Volgens de advertentie gaat het om “De beklante, sedert meer dan 60 jaar in werking zijnde en bijzonder hechte rog- en pelmolen, nabij de Grindweg te Akkerwoude, met ruim woonhuis, stallingen, schuurtje, erf en tuin”. Tabe Annes Annema verhoogt het voorlopige bod van fl 4577 tot fl 5085 en wordt daardoor de nieuwe eigenaar en molenaar.

Op 10 mei 1870 is er boelgoed “ten huize van J.H. Peeck te Akkerwoude”. Mocht de illusie bestaan dat de molenaar van Akkerwoude een voltijdse functie was dan is die snel verdwenen na het bekijken van de goederen die op het boelgoed verkocht worden. Naast het malen was Joännes Peeck ook druk met het bestieren van een hele beestenbende. Hij hoefde niet te melken maar was wel eigenaar van 7 hokkelingen, 1 rier, een werkpaard, 7 hennen en een haan. Bovendien verdiende hij, met 26 korven, aan de bijenhouderij. Als molenaar beschikte hij over een speciale meelkar en, als min-of-meer begoedigd burger is hij de trotse bezitter van een kapwagen (een koets met “dak”).

Uit het huwelijk van Joännes Peek en Margaretha Scholtens is één zoon geboren. Het is Aldericus Hermanus Peek, die vernoemd is naar de eerste man van Margaretha. Ondanks het “Duitse bloed” wordt hij gekeurd voor de Nationale Militie waarin hij uiteindelijk niet dient omdat hij de enige zoon is.

Aldericus Peek trouwt in 1850 met Johanna Alfes die uit Stiens komt en een vader heeft die zijn jeugd doorbracht in Winterswijk. De moeder van vader Alfes heet Aelken Grever en de moeder van de oprichter van Peek en Cloppenburg heet Maria Elisabeth Grever. Zou er dan toch meer verwantschap bestaan”?

Zoon Aldericus is molenaar van beroep maar hij begint met zijn vrouw een winkel in Murmerwoude. Hij overlijdt op 21 maart 1870 en zijn vrouw sterft op 5 september 1877. Reeds op 1 oktober 1877 wordt de nalatenschap verkocht. Opnieuw blijkt de familie Peek niet onbemiddeld want er wordt zowel een kapwagen als een chais geveild. Waarschijnlijk had het echtpaar, naast de winkel, ook wat veehouderij want ze bezitten ook een hooiwagen, een aardkar én een karn die nodig was om kaas te maken. In de winkel zijn grutterswaren, zoals rijst, koffie, erwten, gort en meel, verkocht naast manufacturen, zoals katoen, linnen, bokkebaai, molton en bevertijn. De opbrengst van dit boelgoed is fl 527. Op 10 november 1877 gaan de vastigheden in de verkoop. De opbrengst, fl 3922, gaat naar Lieuwkje Visser, de moeder van Janna Alfes, de enige erfgenaam die overigens bij haar dochter inwoonde. Zij verhuist daarna naar Dokkum en overlijdt op 23 april 1887.