Elke grafsteen vertelt een verhaal. Soms kennen alleen de directe nabestaanden dit narratief en soms zouden veel meer mensen het moeten kennen.
De gemeente Dantumadeel werd eind 1918 relatief zwaar getroffen door de Spaansche griep. Alhoewel er sinds eind september al velen zijn bezweken aan het nieuwe virus is het gezin van Pieter Jellema in oktober nog in de fleur. Twee maanden later is het negen leden tellende gezin gereduceerd naar vier.
De slachtoffers kregen samen een plek bij de kerk van Wouterswoude die tot op de dag vandaag gemarkeerd wordt door een eenvoudige grafsteen. Inmiddels zijn we ruim honderd jaar en meerdere generaties verder in de tijd. Even dachten we dat een soortgelijk virus geen vat meer op ons zou krijgen.
De steen werd vergeten en niet onderhouden. Inmiddels is het verhaal weer actueel, niet alleen voor de nabestaanden maar voor de hele gemeenschap. Daarom verdient zo’n eenvoudige steen voor eeuwig een plek op dit kerkhof en als het kan een officiële monumentenstatus.
De Jellema’s, arbeiders, komen oorspronkelijk van Murmerwoude maar vader Thijs (1849-1938) verhuist als jongen naar Rinsumageest waar hij in dienst is bij een boer. In 1874 verbindt hij zich aan Trijntje Wybes Dijkstra (1851-1915) met wie hij een gezin sticht dat uiteindelijk zeven kinderen telt. Pieter is de oudste zoon en na hem volgen nog vier jongere broers. Alle jongens treden in het beroepsspoor van hun vader. Bijna niemand blijft in het geboortedorp. Wybe vestigt zich in Achlum, Wieger in Birdaard en Pieter bouwt aan een bestaan in Wouterswoude.
Het gaat hem redelijk voor de wind. In oktober 1898 trouwt hij met Ymkje Kornelis de Vries (1878-1935) en na enkele maanden is hij niet alleen echtgenoot maar ook vader van een stevige dochter die verder door het leven gaat als Rinske.
Tot 1912 volgen er nog zes andere kinderen. In 1901 komt Thijs, in 1904 Kornelis, in 1906 Wiebe, in 1908 Trijntje, in 1910 Gelt en ten slotte, in 1911, Wieger, die, omdat hij op tweede Kerstdag ter wereld komt,een kerstkind genoemd kan worden.
Vanaf eind oktober 1918 lopen de sterftecijfers snel op. Vooral inwoners van Akkerwoude en Zwaagwesteinde worden getroffen en het dorp Wouterswoude heeft weinig last van de Spaansche griep. Dat verandert als het spook opduikt in het gezin van Taeke Ruurds Potstra (1871-1941) en Antje Steffens Stellingwerf (1876-1919). Taeke is ambitieus want binnen enkele jaren heeft hij zich opgewerkt van arbeider tot veehouder. Halverwege november zijn de twee oudste kinderen aangetast door het virus. Dochter Maria overlijdt op 15 november en haar broer Steffen Potstra sterft op 23 november. Het virus kwam dus toch in Wouterswoude!
Op 2 december bezwijkt vader Pieter Jellema als eerste in zijn gezin. Daarna is het enkele weken rustig maar op respectievelijk 20 en 21 december verliest de familie Rinske en Kornelis. Op 4 januari 1919 sterft Wiebe en op de 15de van die maand steekt magere Hein de hand uit naar Thijs. De overleden Jellema’s zijn respectievelijk 43, 19, 14, 12 en 17 jaar oud.
Moeder Ymkje en de kinderen Trijntje, Gelt en Wieger overleven deze tragedie. Naast het gemis van de dierbaren zijn er ook andere problemen. Aangezien er amper meer geld in de huishouding komt is het moeilijk om de huur op tijd aan huisbaas Johannes Pieters van der Schaaf te betalen. Hij verkoopt eind 1919 het huis en vertelt de weduwe dat ze maar iets anders moet zoeken.
De Spaansche griep heeft desastreus rondgewaard. Ook het gezin van arbeider Gerben Tjeerds Douma (1877-1950) is zwaar getroffen omdat Geeske Wybes van der Schaaf, “de vrouw des huizes”, er net voor de jaarwisseling van 1918-1919 aan bezweek. Zij liet een man en enkele kinderen na.
Het duurde tot 24 april 1924 tot de match tussen de weduwe van Pieter Jellema en de weduwnaar van Geeske van der Schaaf officieel bezegeld werd. Vanaf dat moment delen ze samen het leven en hebben de achtergebleven kinderen weer een echt thuis.
Een foto van de grafsteen is welwillend beschikbaar gesteld door de website www.graftombe.nl
Trijntje Jellema (1908-1994), overleefde de Spaansche griep. Zij trouwde met Klaas Wybrens Hoekstra (1908-1980) en heeft lange tijd gewoond tussen de Mounetille en “het stempellokaal”of te wel de latere dierenwinkel aan de Mounewei te Damwâld
25 mei 2020 op 17:24
Beste Halbersma,
verrast door het verhaal wat je geschreven hebt van mijn Pake en Beppe
toevallig had ik het ingetoetst om te kijken en gelijk mijn broer gebeld in Broeksterwoude en die is er mee aan het schoonmaken en de letters worden ook meegenomen 2 jaar terug zijn we nog wezen kijken en zag het er nog goed uit
Dank voor de aandacht dat je dit deed.