Door de digitalisering worden steeds meer bronnen ontsloten. De burgerlijke stand is onder meer terug te vinden op www.allefriezen.nl en kranten, boeken en tijdschriften zijn onder meer te raadplegen via www.delpher.nl. Desondanks zijn sommige pareltjes onder de gebeurtenissen zelfs in de digitale schatkamer moeilijk terug te vinden.

In de Hepkemakrant van 20 december 1911 verscheen een prachtig gedicht over een huwelijksvoltrekking die op het allerlaatste moment niet doorging. De bruidegom bedacht zich, weigerde de huwelijksakte te tekenen en nam de benen naar Duitsland. Het blijkt geen fictie maar realiteit want de laatste trouwakte van het jaar 1911 is in de gemeente Dantumadeel voorzien van een groot kruis en de opmerking dat de akte niet getekend is omdat de bruidegom weigerde bevestigend te antwoorden op de hem gestelde vragen.

De correspondent van de krant voorziet het gedicht van een nadere toelichting:

Zaterdagmiddag zou ’t huwelijk voltrokken worden, ’t Jonge paar en de wederzijdse ouders waren reeds gearriveerd en meldden zich ter secretarie aan. Zoals gewoonlijk, zou eerst de huwelijksakte maar worden geteekend. De bruidegom had reeds de pen ter hand genomen, maar vroeg toen: „Wordt er ook iets bij voorgelezen?” Toen hierop met ja geantwoord werd, weigerde hij te tekenen. zeggende: „Ik teken niet. Hedenmorgen ben ik nog gewaarschuwd.” Nadere verklaring gaf hij niet.

De voltrekking van het huwelijk zou nu eerst maar plaats hebben. De. ambtenaar overtuigde zich van de vereiste toestemming der ouders en na deze verkregen te hebben, las hij het gebruikelijke huwelijksformulier voor. Bruidegom en bruid hoorden het staande aan, en op de vraag van den ambtenaar of “Zij getrouw de plichten zouden vervullen, welke de huwelijksstaat hun oplegt, trad de bruidegom naar voren en antwoordde met heftige stem: „Neen, bij God niet!” Zijn vader vermaande hem tot kalmte en gebood hem stil te zijn, doch de bruidegom stoorde zich daaraan niet.

Nogmaals stelde de ambtenaar den bruidegom de vraag, en wederom antwoordde deze ontkennend. Op zijn vaders herhaalde vraag of hij zich dan bedacht had, antwoordde hij: „Ik ga naar Duitsland.” De bruidegom verliet het gemeentehuis en begaf zich naar een café. Zijn ouders volgden hem, de vader bleek, de moeder schreiende. De bruid met hare ouders bleven nog even ten gemeentehuize vertoeven. De moeder verklaarde de bruid, die een weinig doof is, wat er was voorgevallen. De bruidegom vroeg even later, voor hij per tram naar huis terugkeerde, aan de bruid, of hij eerst nog een hand van haar kreeg, doch zij wees hem verontwaardigd terug. Nog diezelfde middag Is hij gezakt en gepakt, waarschijnlijk naar Duitsland, vertrokken.

Doordat de akte bewaard is weten we wie er bij dit drama betrokken waren. Hartman Talsma, schoenmakerszoon van Johannes Talsma en Aalke de Vries uit Veenwouden, was de beoogde bruidegom. Hij is op 12 mei 1888 geboren en zou trouwen met Wytske Jetzes Zuidema die op 2 oktober 1883 te Eestrum het eerste levenslicht zag. Zij groeide op in het schippersgezin van Jetze Egberts Zuidema en Jeltje Oebeles van der Veer.

De huwelijksdatum (16 december 1911) is enigszins verdacht omdat het gros van de huwelijken in mei werd gesloten maar er is geen informatie die er op wijst dat deze trouwerij een noodzaak was.

Wytske schaakt al snel een nieuwe bruidegom en geeft op 14 november 1912 in Haskerland haar ja-woord aan Rintje Meyer (1886-1944) uit Rottum in Schoterland. Hij is op dat moment fabrieksarbeider en wordt later plaatwerker in Leeuwarden. In het gezin worden enkele kinderen geboren en Wytske Zuidema overlijdt op 13 maart 1967.

Het is de vraag of Hartman echt naar Duitsland is gegaan alhoewel dat land een grote aantrekkingskracht uitoefende op jonge arbeiders. Op 21 november 1914 is hij opnieuw bruidegom en verbindt hij zich aan Elisabeth Bandsma (1888-1971) uit Ternaard. Hartman werkt inmiddels als stoker in Schagen en blijft ook daarna lange tijd in de kop van Noord-Holland. Hartman wordt vader van drie kinderen. Hij overlijdt op 15 maart 1968 in Leeuwarden.